Luisteren met je derde oor
Mensen hebben verschillende voorkeuren wanneer zij zich uiten en openstellen. Deze voorkeuren komen voort uit verschillen in veiligheidsbehoeften. Waar voor de één het uiten van gedachten, meningen en oordelen de voorkeur geniet, zal de ander een voorkeur kunnen hebben voor het uiten van gevoel en emoties.
Dit noemen we de communicatiedeuren.
Verschillende communicatiedeuren
We kunnen in de communicatie met de coaché vier voorkeuren onderscheiden, we spreken dan van de volgende deuren:
- de DENKEN-deur;
- de VOELEN-deur;
- de WILLEN-deur;
- de DOEN-deur
De DENKEN-deur:
- “Ik denk dat deze situatie gisteren geregeld is voor de klant. Ik denk daarbij ook dat het goed gaat komen voor ons bedrijf, want ik denk echt dat de klant tevreden is”.
De coaché geeft in dit voorbeeld uiting aan zijn gedachten en meningen.
De DOEN-deur:
- “Ik heb onze klant gisteren geholpen. Ik ga nu een rapport schrijven en aan mijn manager vragen of hij de leerpunten kan doorgeven aan de directie.”
De coaché geeft in dit voorbeeld uiting aan zijn gedrag en handelen.
De VOELEN-deur:
- “Het raakt me dat onze klant gisteren zo warm geholpen is. Het voelt goed om voor ons bedrijf te werken, want ik voel me erg verbonden met de missie van ons bedrijf.”
De coaché geeft in dit voorbeeld uiting aan zijn gevoelens en emoties.
De WILLEN-deur:
- “Ik wil dat onze klanten voortaan net zo geholpen worden als gisteren. Ik wil voor dit bedrijf blijven werken, want ik wil onze missie internationaal uitdragen.” De
De coaché geeft in dit voorbeeld uiting aan zijn behoeften en verlangens.
'Van de open naar de dichte deuren'
Je bent vaak gewend en getraind om naar de inhoud te luisteren in een gesprek. Bij ons leer je ook te luisteren naar hoe veilig iemand zich voelt. Door welke deur wordt er gecommuniceerd? Welke deuren gaan open of blijven dicht? Hoe veiliger je medewerker, cliënt of gecoachte zich voelt, hoe meer deuren openen. En andersom: hoe minder veilig hij zich voelt, hoe meer hij zich terugtrekt, hoe meer de deuren dichtgaan. Je sluit aan op de open deuren en opent de dichte deuren.
Het openen van deuren kun je doen door het stellen van open vragen. Zie onderstaande tabel.
DENKEN-deur:
VOELEN-deur:
WILLEN-deur:
DOEN-deur:
“Wat denk je? Wat dacht je? Wat is je mening? Wat vind je ervan? Wat is je analyse? Wat is precies de situatie? Wat zijn de feiten?”
“Wat voel je? Wat voelde je? Wat doet het met je? Hoe ervaar je het? Hoe beleef je dit? In hoeverre raakt je dit?”
“Wat wil je? Wat wilde je? Waar verlang je naar? Wat is je doel? Wat is je behoefte? Waar droom je van?”
“Wat doe je? Wat deed je? Welke actie ga je ondernemen? Hoe ga je je gedragen? Op welke manier pak je dat op?”
Veiligheid bieden
Bij het bieden van veiligheid vermijd je nog even de gesloten deuren (mensen hebben niet het vermogen om antwoord geven op een of meerdere van deze vragen: ‘wat denk je, wat voel je, wat wil je of wat doe je’) en de draaideuren (mensen blijven rakelingse antwoorden geven).
De vraag is, waarom hebben mensen moeite met antwoord te geven op de vragen ‘wat denk je, wat voel je, wat wil je of wat doe je’. Hier kan een blokkade en / of een remmende gedachte zitten. Bij het bieden van veiligheid is het belangrijk dit te respecteren. Wil je meer over leren over hoe bij de diepere laag te komen? Deze stap leer je in de opleiding Strategisch Coachen.